Transformeerbaar ontwerpen, anticiperen op de toekomst


Posted on juli 30th, by Ernst Haagsman in transformatie. Reacties uitgeschakeld voor Transformeerbaar ontwerpen, anticiperen op de toekomst

Transformeerbaar ontwerpen, anticiperen op de toekomst

De gebouwen waarin we nu leven en werken hebben huisvesting gegeven aan heel wat trends. Maar in hoeverre kan men rekening houden bij het ontwerpen van nieuwbouw met een mogelijke toekomstige transformatie? Niemand weet wat er in de toekomst gaat gebeuren en hoe de maatschappij zich zal ontwikkelen. Zal urban-farming alle parken vervangen? Worden we juist minder mobiel door de dominantie van virtueel contact? Op deze vragen kan je nu geen antwoord geven, maar je kunt wel anticiperen op de toekomst. Een duurzaam ontwerp dat nu gebouwd wordt staat er over 100 jaar immers nog.

Waarom transformeerbaar ontwerpen?

Wanneer er wordt besloten een gebouw te transformeren spelen een aantal zaken een rol: de bouwkundige staat van het gebouw, de flexibiliteit van de gebouwstructuur, de mogelijkheden van de locatie en de maatschappelijke verbondenheid van het gebouw. Het gebouw moet zich kunnen transformeren met zo min mogelijk inspanning anders is sloop en nieuwbouw een aantrekkelijkere optie. Bij huidige transformatieopgaven worden gebouwen voor één functie ontworpen, er wordt geen rekening gehouden met een mogelijke toekomstige transformatie. Toch kun je als ontwerper hier wel op anticiperen en zo je ontwerp meer toekomstwaarde geven.

Maar hoe doe je dat? Door bijvoorbeeld rekening te houden met drie facetten die een belangrijke rol spelen bij iedere transformatie: massa, structuur en materialisatie. Hierdoor behoudt het gebouw zijn waarde ook als de functie in de toekomst niet meer van toepassing is. Zo draagt het ontwerp bij aan een duurzame toekomst, want bij een goed gebouw is weinig inspanning nodig om een andere functie erin te huisvesten.

Massa

De vorm en plaatsing van de gebouwmassa bepaalt zowel de (on)mogelijkheden voor het huidige ontwerp als die voor een toekomstige herbestemming. De massa van het gebouw zal namelijk bij transformatie ongeveer gelijk blijven. Na transformatie kan het gebouw natuurlijk iets groeien of krimpen maar de positie en hoofdvolume blijven gelijk. Belangrijke aandachtspunten zijn bezonning, toegankelijkheid, bereikbaarheid, positie van entree, overzicht, sociale veiligheid, zichtlijnen en indeelbaarhied van de overgebleven vrije ruimte.

Natuurlijk worden deze aspecten bij elk ontwerp meegenomen. Het is nu echter de kunst om tot een generieke massa te komen, met multifunctionele potenties. De (openbare) vrije ruimte om de massa heen is hierbij net zo belangrijk als de massa zelf. Het ontwerp moet de kwaliteiten van de directe omgeving versterken.

Structuur

De structuur van het ontwerp en het stramien bepalen in grote mate de efficiëntie van een transformatie van het gebouw. Net als de massa moet het stramien multifunctioneel zijn. Is het bijvoorbeeld ook geschikt voor wonen, werken of parkeren? Algemeen geldt: hoe minder uitzonderingen op het stramien, hoe beter. De toegang en ontsluiting van het ontwerp hangen erg samen met de structuur. Ook hier geldt dat een eenvoudige oplossing vaak de beste is, met het oog op de toekomst.

Wanneer de ontwerpfunctie vraagt om alternatieve oplossingen, biedt een skeletstructuur met lichte gevelinvulling uitkomst. Dit geldt ook voor gebouwdelen met een uitgesproken vorm waar toekomstige transformatie minder voor de hand liggend is. Er natuurlijk kunnen nieuwe functies in de toekomst ontstaan die goed passen in de afwijkende vorm. Wat deze functies inhouden en of deze ook voor dit ontwerp geschikt zijn laat zich echter lastig voorspellen. Daarom verdient de pragmatische oplossing (demonteerbaar / recyclebaar uitvoeren) de voorkeur. De massa kan dan in de toekomst altijd duurzaam hergebruikt worden, middels transformatie of hergebruik van de materialen. Dit geldt voor de massa van het gebouw maar ook op kleinere schaal voor de materialisatie van de gevel.

Materialisatie

Gevelindeling en de mate van geslotenheid van de gevel hebben grote invloed op de toekomstige mogelijkheden. Er zijn slimme anticiperende oplossingen te bedenken die hierop inspelen. Door op een abstract niveau de gevel in te delen kan rekening worden gehouden met toekomstige transformaties.

De zware gesloten delen kosten veel energie om te vervangen en blijven bij voorkeur ook na transformatie bestaan. De lichtere gevelelementen daarentegen bieden juist flexibiliteit aan het ontwerp. Door deze te vervangen of te verplaatsen kan een gesloten gevel transformeren naar een open, transparante gevel of andersom.

In veel gevallen heeft de materialisatie van de gevel een lange levensduur. Vanuit een functioneel oogpunt hoeft dit onderdeel bij transformatie niet vervangen te worden. De eisen die we stellen aan het binnenklimaat zijn de laatste 50 jaar erg verandert. Deze trend kan zich in de toekomst doorzetten. Hierop kan men inspelen door de gevel flexibel en aan de binnenkant aanpasbaar te ontwerpen. De gevel kan zich dan aanpassen aan de veranderende eisen zonder dat de buitenkant moet worden aangepast.





Reacties zijn gesloten.